wees
Kiholanzi[hariri]
Nomino[hariri]
wees (wingi wezen, kidogo weesje) (nl)
Makufanana[hariri]
Kitenzi[hariri]
wees (nl)
- Imperative of zijn.
- Wees voorzichtig! — Be careful!
- Singular past tense of wijzen.
- Beatrix wees erop dat niemand zijn overtuiging aan een ander kan opleggen. — Beatrix indicated that no one can impose his conviction on another.